Matching door middel van non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie bestaat uit alle andere berichten dan woorden die in communicatie worden gebruikt.
Bij symbolische communicatie worden deze symbolische boodschappen overgedragen door middel van intonatie, tone of voice, tempo van spreken, vocaal geproduceerde geluiden of ‘fill-ins’, lichaamshouding, lichaamsgebaren, gezichtsuitdrukkingen of pauzes.
Iedereen communiceert met een combinatie van verbaal en non-verbaal communicatiegedrag, of het nu opzettelijk is of niet.
Aspecten van non-verbale communicatie
Intonatie
Intonatie is de manier waarop de stem van een persoon stijgt en daalt tijdens het spreken. Het laat anderen bijvoorbeeld zien of de persoon zijn boodschap uitdrukt in de vorm van een vraag of een verklaring.
In het eerste geval stijgt de stem aan het einde van de zin of zin en in het tweede geval zakt ze. Tegelijkertijd geeft intonatie het einde van een informatie-eenheid aan, die – in schriftelijke communicatie – wordt weergegeven door middel van een komma, puntkomma, punt, uitroepteken of vraagteken.
Een andere functie van intonatie is om de nadruk te leggen op een bepaald woord of idee.
- John sloeg de hond (verrassing dat het John was)
- John bea t the dog (shock over slaan)
- John sloeg de hond (in plaats van de kat!)
Toon van stem
De tone of voice is een middel waarmee mensen hun houding ten opzichte van de boodschap impliceren. Het is ook een middel waarmee mensen een reactie van anderen kunnen zoeken. Zo zal in een politiek debat de toon waarschijnlijk opwindend zijn, terwijl op televisie het dagelijkse nieuws op een meer feitelijke toon wordt gecommuniceerd.
Andere voorbeelden van stemtonen zijn: agressief, kritisch, nerveus, teleurgesteld, eentonig, bezorgd, vriendelijk, enthousiast, levendig, overtuigend en opgewonden. Coaches kunnen detecteren hoe cliënten zich voelen aan de hand van de toon die ze aannemen, bijvoorbeeld bij het meten van de toewijding van een cliënt aan een actieplan.
Voorbeeld 1:
Coach: Dus we hebben een plan om verder te gaan met deze kwestie. Hoe comfortabel ben je met het plan?
Klant: Ja. Ik kan zien dat het dingen vooruit zal helpen (op een aarzelende toon)
Voorbeeld 2:
Coach: Dus we hebben een plan om verder te gaan met deze kwestie. Hoe comfortabel ben je met het plan?
Klant: Ja. Ik kan zien dat het dingen vooruit zal helpen (op een zelfverzekerde toon)
Voorbeeld 3:
Coach: Dus we hebben een plan om verder te gaan met deze kwestie. Hoe comfortabel ben je met het plan?
Klant: Ja. Ik kan zien dat het dingen vooruit zal helpen (met een gelaten toon)
Activiteit: de kracht van non-verbale communicatie
Deze oefening laat de kracht van non-verbale communicatie zien. Zeg hardop de volgende zin en kijk in een spiegel:
‘Het is een mooie dag, nietwaar?’
Herhaal nu de zin, maar voeg deze keer drie verschillende emotionele boodschappen toe door de manier waarop je die overbrengt.
Voorbeeld 1: Lees de zin om een gevoel van geluk over te brengen
Voorbeeld 2: Lees de zin om een gevoel van sarcasme over te brengen
Voorbeeld 3: Lees de zin om een gevoel van woede over te brengen
Let elke keer op de verandering in de toon van uw stem, uw uitdrukking, de snelheid waarmee u spreekt. Let ook op de uitdrukking op je gezicht, als je ogen volledig open of gedeeltelijk gesloten zijn, als je meer of minder spanning in je gezicht hebt, vooral je wangen.
Tempo van spreken
Sommige mensen spreken langzaam en anderen sneller. Mensen die snel spreken, vinden mensen die langzaam spreken vaak irritant en vice versa.
Vocaal geproduceerde geluiden of ‘vulstoffen’
Dialoog omvat vaak vocaal geproduceerde geluiden die niet als een onderdeel van taal worden beschouwd, hoewel ze helpen bij communicatie voor het uiten van houding of gevoel.
Vocaal geproduceerde geluiden zijn onder meer gelach, geschreeuw, geschreeuw en andere ‘fill-ins’ zoals ‘ugh!’, ‘Mmmm’, ‘aha’
Lichaamshouding
Lichaamshouding moet niet worden verward met lichaamsgebaren die bewegingen zijn. De lichaamshouding kan karakteristiek zijn en voor een speciaal doel worden aangenomen of kan in de context van een bepaalde situatie aan de normale verwachtingen voldoen. Of je nu zit of staat, het maakt deel uit van je lichaamshouding.
Normaal gesproken zijn dit niet de houdingselementen die boodschappen overbrengen. Wanneer de spreker echter onderuit hangt of rechtop staat, of de benen gekruist of armen over elkaar, brengen dergelijke houdingen een zekere mate van formaliteit of ontspanning over.
Lichaamsgebaren
Een lichaamsgebaar is een beweging gemaakt met een ledemaat, vooral de hand, om de houding of intentie van een persoon uit te drukken, te bevestigen, te benadrukken of te ondersteunen.
Deze non-verbale activiteit wordt regelmatig gebruikt in mondelinge verhandelingen. Als een lichaamsact geen verbale begeleiding vereist, wordt dit een ’embleem’ genoemd. Voorbeelden zijn handsignalen zoals vaarwel zwaaien, de ‘V’ voor overwinningsteken of de ‘ High five’ signalering overwinning.
Sommige emblemen, bijvoorbeeld een gebalde vuist, hebben een universele betekenis, maar andere zijn eigenzinnig of cultureel geconditioneerd. Het gebruik van de nulvorm van de vingers betekent bijvoorbeeld niet hetzelfde in verschillende culturen. Staat voor ‘OK’ in het VK, het kan een vulgaire uitdrukking zijn in Zuid-Amerikaanse culturen, soms beschamend. Lichaamsgebaren worden altijd waargenomen en geïnterpreteerd samen met gezichtsuitdrukkingen.
Gelaatsuitdrukkingen en oogbewegingen
Gezichtsuitdrukkingen zijn dynamische kenmerken die iemands houding, emoties, intenties en gevoel communiceren. Het gezicht is de belangrijkste bron van emoties.
Tijdens mondelinge communicatie veranderen gezichtsuitdrukkingen voortdurend en worden constant gecontroleerd en geïnterpreteerd door anderen.
Voorbeelden zijn een glimlach, een frons, een opgetrokken wenkbrauw, een geeuw of een grijns.
Oogbeweging is een belangrijk onderdeel van gezichtsgedrag, omdat de ogen altijd betrokken zijn bij gezichtsvertoningen. De verschillende vormen zijn intercultureel.
De frequentie van oogcontact kan interesse of verveling suggereren of kan zelfs oneerlijkheid verraden.
De directe blik van de spreker kan openhartigheid of openheid tonen. Neerwaartse blikken worden over het algemeen geassocieerd met bescheidenheid; naar boven gerolde ogen worden overgebracht als teken van vermoeidheid.
Ogen vertonen de neiging geluk, verdriet of zelfs verrassing te tonen. Het ondervlak kan ook geluk of verrassing uitdrukken; een glimlach kan bijvoorbeeld vriendelijkheid of samenwerking communiceren. Wat het bovenvlak betreft, het is bekend dat wenkbrauwen en voorhoofd vooral woede vertonen.
Pauze
Een pauze kan twee verschillende functies hebben:
Het kan een korte onderbreking van de stem zijn om de grenzen en relaties van zinnen en hun delen aan te geven. Een pauze neemt dan een vergelijkbare functie aan als intonatie.
Het kan bestaan uit een tijdelijke vocale passiviteit die iemands onzekerheid, aarzeling, spanning of onbehagen onthult. In deze context kan een pauze ook veroordelend zijn door het aangeven van gunst of afkeuring, instemming of onenigheid. Bijgevolg kan het non-verbale signaal van een pauze problemen opleveren bij de interpretatie ervan, omdat de betekenis ervan aanzienlijk kan variëren. Het kan een positieve of negatieve invloed hebben op het communicatieproces.
Coaches kunnen deze of een combinatie van deze non-verbale gedragingen matchen .